Op bezoek bij een in leliebollen gespecialiseerde kweker

In Nederland zijn veel bedrijven te vinden die bloembollen kweken. We gingen op bezoek bij een kweker van leliebollen om uit te vinden wat er allemaal komt kijken bij het kweken van deze fraaie bloemen.

Wanneer het om professionele productie van bloembollen gaat, staat Nederland zonder meer op de eerste plaats. Volgens experts komt dan ook ongeveer 60% van de bloembollen uit Nederland. Er zijn zo’n 1500 bollenkwekers die op jaarbasis op circa 22.000 hectare 8,5 miljard bollen kweken, die grotendeels voor de export zijn bestemd.

Maar wie daarbij alleen maar aan bontgekleurde tulpenvelden denkt, onderschat de veelzijdigheid van deze branche, omdat er namelijk ook ontelbare narcissen, hyacinten, lelies en nog veel meer andere soorten op grote schaal worden verbouwd. Lelies komen na tulpen op de tweede plaats en worden door zo’n 120 bedrijven op 5500 hectare verbouwd.

Eén van deze bedrijven is Huetink Lelies, dat in Lemelerveld is gevestigd, zo’n 45 km ten noordwesten van Enschede. Het bedrijf wordt geleid door de broers Sjaak en Henry Heutink dat, naast lelies op een areaal van 100 hectare, ook eerstejaarsplantuien, consumptie-uien, sedum vegetatiematten en silomaïs verbouwd.

“We zijn zeer tevreden met CLAAS en de service van Bruggeman, onze dealer.”
– Sjaak Huetink

Professionele processen

Op het uitgebreide bedrijfsterrein van Huetink staan heel veel gebouwen, waaronder een verwerkingshal, koelcel en machinehallen. In het hoogseizoen, dat loopt van oktober tot en met januari, wanneer de leliebollen worden geoogst en verwerkt, zijn er in totaal zo’n 65 mensen aan het werk bij Huetink Lelies. Zestien daarvan zijn vaste medewerkers van het bedrijf, de rest bestaat uit seizoenswerkers.

Naast tien hectare land in eigen bezit wordt uitsluitend op gepachte percelen geteeld. Daarbij wordt elk jaar van perceel gewisseld, omdat er bij het kweken van lelies op hetzelfde perceel minstens vijf jaar tussen moet zitten om schade door aaltjes te voorkomen. “Zandbodems zijn ideaal voor het kweken van lelies, maar ook leem en zand met lichte klei zijn geschikt,” aldus Sjaak Huetink. Afhankelijk van het eerder geteelde gewas wordt de bodem met een ploeg of spitmachine bewerkt voordat er in maart met planten wordt begonnen. Daarvoor wordt gebruikgemaakt van een speciale plantmachine die aan een tractor met een vermogen van 150 pk is aangebouwd. Met deze machine kan in 2,5 uur één hectare leliebollen worden geplant.

Tijdens de groei wordt gericht gewasbescherming uitgevoerd, waarbij de voorkeur naar biologische middelen uitgaat.
Huetink gebruikt in totaal 12 CLAAS tractoren en één SCORPION telescooplader.

Van bewerking tot oogst

Afhankelijk van de ontwikkeling van de planten worden tijdens de groei uiteenlopende bewerkingen uitgevoerd, zoals beregening, bemesting en gewasbescherming, waarbij de voorkeur uitgaat naar biologische middelen. Eind juni, begin juli, wanneer de lelies een hoogte van zo’n 60 – 70 cm hebben bereikt en knoppen beginnen te vormen, wordt een speciale, zelfrijdende machine gebruikt om de knoppen te verwijderen. “De uit fotosynthese ontstane energie wordt gebruikt voor de bloemen zelf, maar wij hebben die energie juist nodig voor een optimale ontwikkeling van de bollen in de grond,” aldus Sjaak Huetink. Omdat de machine maar 95% van de knoppen verwijdert, moeten werknemers de overige 5% van de knoppen met de hand verwijderen.

In de herfst verliezen de lelies hun blad, zodat er alleen nog maar stengels blijven staan. Voordat de bollen worden geoogst, worden deze stengels met een andere speciale machine van de bollen getrokken. De oogst zelf start begin oktober. Daarvoor gebruikt Huetink Lelies twee grote zelfrijdende rooiers, die de bollen overladen naar een daarnaast meerijdende kuipkipper.

Verwerking op het bedrijf

Voor verdere verwerking wordt het oogstmateriaal naar de verwerkingshal op het bedrijfsterrein gebracht. “Nadat we kleine leliebollen hebben geplant, oogsten we grote bollen waaraan echter ook weer kleine leliebollen zijn gegroeid. De grote bollen verkopen we, terwijl we die kleine bollen volgend jaar weer gebruiken,” aldus Sjaak Huetink. Tijdens de verwerking worden de grote bollen machinaal gewassen, waarbij eveneens vreemde voorwerpen, resterende stengels en overtollige wortels worden verwijderd. Daarna worden de bollen op grootte gesorteerd, verpakt en aan onze vaste klantenkring geleverd.

Tot deze klantenkring behoren telers die de bollen gebruiken om lelies te kweken die als bloemen aan consumenten worden verkocht. Een andere klantenkring wordt gevormd door de handel die gedroogde bollen verkoopt om in privétuinen, groenvoorzieningen, parken, enzovoorts, te planten. Het grootste deel gaat echter naar exporteurs, die de bollen wereldwijd doorverkopen.

Zwaar gebruik van machines

Naast de zelfrijdende en speciale machines omvat het machinepark van Huetink een SCORPION telescooplader en twaalf CLAAS tractoren, variërend van de ARION 530 tot en met de AXION 810. Elke tractor maakt minstens 1000 draaiuren per jaar, sommige zelfs 1500. In drukke tijden worden er voor korte duur nog meer CLAAS tractoren bijgehuurd.

Naast de teelt van leliebollen zijn de beide broers altijd heel druk bezig om het plantmateriaal gezond te houden en nieuwe soorten te ontwikkelen. “We moeten altijd vijf jaar vooruitdenken en proberen uit te vinden welke lelies we moeten telen om die over de hele wereld verkocht te krijgen,” aldus Sjaak Huetink. “Dat vergt nogal wat tijd en brengt bovendien het risico met zich mee dat nieuwe soorten niet in de smaak vallen bij klanten. Maar meestal hebben we het wel bij het rechte eind.”